Het Rijksvaccinatieprogramma beschermt tegen verschillende infectieziekten. Het rotavirus is daar één van. Krijgt je kind het rotavirus ondanks een vaccinatie? Dan zijn het meestal mildere klachten. De ziekte is dan minder erg dan zonder vaccinatie.
Op deze pagina lees je alles over het rotavirus.
Wat het rotavirus is.
Hoe je besmet raakt.
Hoe vaak het rotavirus voorkomt.
Hoe je besmetting voorkomt.
Bijna elk kind raakt voor zijn vijfde verjaardag besmet met het rotavirus. De klachten van het rotavirus lijken op buikgriep. Dat komt doordat de maag en darmen ontstoken raken.
Bij de eerste besmetting zijn er meestal klachten. Als je kind later nog een keer besmet raakt, zijn de klachten vaak minder erg.
De klachten kunnen zijn:
overgeven;
diarree;
koorts;
misselijkheid;
buikpijn en buikkramp.
De klachten beginnen vaak plotseling. Ze duren meestal 4 tot 9 dagen. Een infectie met het rotavirus gaat meestal vanzelf over. Maar soms raken kinderen uitgedroogd door de diarree en het braken. Laat iemand met een rotavirusinfectie daarom veel drinken. Dit voorkomt uitdroging. Maak je je zorgen over de klachten? Overleg dan met de huisarts.
Het rotavirus is erg besmettelijk. Als iemand het virus bij zich draagt, verspreidt het zich via de ontlasting.
Bij een toiletbezoek komt het virus gemakkelijk terecht op:
de handen;
wc-bril;
spoelknop;
kraan;
deurklink.
Van daaruit reist het makkelijk verder naar andere mensen. Via de handen kan het virus ook terechtkomen op speelgoed, bestek, servies en eten.
De tijd tussen besmet raken en ziek worden is 1 tot 3 dagen. Zodra iemand klachten van het rotavirus heeft, is hij besmettelijk. Dit duurt meestal tot 8 dagen na het begin van de klachten.
Elk jaar worden ongeveer 3.500 kinderen opgenomen in het ziekenhuis vanwege een rotavirusinfectie. Een ziekenhuisopname is alleen nodig in ernstige gevallen. Het rotavirus komt dus veel vaker voor.
Kinderen die extra kwetsbaar zijn hebben een groter risico op een ernstig verloop van de ziekte. Bijvoorbeeld kinderen die:
te vroeg zijn geboren;
een te laag geboortegewicht hebben;
leven met een aangeboren afwijking.
Van deze groep overlijden jaarlijks 5 tot 6 kinderen door een rotavirusinfectie.
De rotavirusvaccinatie beschermt tegen het rotavirus. Je baby krijgt het vaccin niet via een prik, maar via druppels in de mond.
Het kan lastig zijn om te beslissen of je jouw kind wil laten vaccineren. In dit webinar krijg je uitgebreide én betrouwbare informatie over de vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma. Daarnaast geven we informatie over de ziekten waar de vaccins tegen beschermen. Er is ook ruimte om twijfels over vaccineren te bespreken. Dit webinar is gratis te volgen.
Je kunt een infectieziekte krijgen door:
Vooral oudere mensen en jonge kinderen zijn vatbaar voor infectieziekten. Zij lopen het grootste risico op ernstige complicaties of overlijden. Vaccinatie vermindert de kans hierop. Ook zorgt het ervoor dat gevaarlijke infectieziekten minder voorkomen. Wie wel wordt gevaccineerd maar de ziekte toch krijgt, heeft vaak minder (ernstige) symptomen en complicaties.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) stuurt aan ouders (of de jongere) de vaccinatiekaarten, het vaccinatiebewijs en een folder over het Rijksvaccinatieprogramma. Bij kinderen tot 4 jaar geven wij de vaccinaties tijdens de afspraken op onze CJG-locaties. Oudere kinderen en jongeren krijgen een uitnodiging voor een vaccinatiedag die 2 keer per jaar op diverse locaties in de regio Rotterdam-Rijnmond plaatsvindt. In uitzonderingsgevallen (bijvoorbeeld wanneer een kind net in Nederland is komen wonen of zeer angstige is) kunnen oudere kinderen ook gevaccineerd worden op één van onze CJG-locaties.
Als je kind ongeveer 4 weken oud is, ontvang je als ouder informatie over het Rijksvaccinatieprogramma van het RIVM. Je krijgt een brief, het vaccinatiebewijs voor je kind, alle vaccinatiekaarten voor de inentingen tot 14 maanden en een folder. In de eerste 14 maanden krijgt je kind 10 inentingen (soms 11), verspreid over 5 bezoeken aan het CJG.
Tot de leeftijd van 18 jaar ontvang je van het RIVM vaccinatiekaarten zodra je kind in aanmerking komt voor een volgende vaccinatie.
Een kind loopt altijd (enig) risico op een ziekte, maar dat risico verkleint als je kind er zelf tegen is ingeënt. Daarnaast is voor de meeste ziekten waartegen wij vaccineren de groepsimmuniteit op veel plekken hoog genoeg. Wel zien we helaas dat dit op steeds meer plekken niet meer het geval is (de laatste jaren zien we dat de vaccinatiegraad van het Rijksvaccinatieprogramma is afgenomen), wat de kans vergroot dat je kind met deze ziektes wordt besmet.
