Ga naar de hoofdinhoud

Melding

Er zijn steeds meer uitbraken van mazelen in Europa. Heb je vragen of wil je meer informatie over mazelen of de vaccinatie tegen deze ernstige infectieziekte?

Lees meer

Bof

In het Rijksvaccinatieprogramma wordt tegen infectieziekten gevaccineerd. De bof is er daar 1 van. Wie wel wordt gevaccineerd tegen de bof maar deze infectieziekte toch krijgt, heeft over het algemeen minder (ernstige) symptomen.

Content

Welke symptomen dat zijn, lees je op deze pagina. Ook vind je hier informatie over besmetting en hoe vaak de infectieziekte voorkomt.

  • Symptomen: hier vind je de klachten die voorkomen bij de infectieziekte.
  • Besmetting: onder deze kop lees je wanneer en op welke wijze iemand met die infectieziekte besmettelijk is.
  • Hoe vaak komt het voor: hier vertellen we hoe vaak de infectieziekte voorkomt.
  • Welke vaccinatie beschermt tegen de bof: hier zie je welke vaccinatie tegen de infectieziekte beschermen.

Symptomen

De bof begint meestal met koorts. Het bekendste symptoom is dat een of beide wangen dik kunnen worden. Dat maakt het pijnlijk om te kauwen, slikken of je mond open te doen. Andere klachten zijn hoofdpijn en keelpijn. Normaal gesproken zijn alle klachten weer weg na 1 of 2 weken zijn. Maar door besmetting met de bof kun je ernstige ontstekingen oplopen. Denk aan hersenvliesontsteking, een ontsteking van de alvleesklier, een ontsteking van de zaadbal of eierstok. De laatste 2 kunnen leiden tot onvruchtbaarheid. Ook kun je door de bof je gehoor verliezen aan één kant, of reuma ontwikkelen.

Besmetting

De bof is erg besmettelijk. Je kun besmet raken door direct contact met speeksel of slijm, of doordat iemand met de bof niest, hoest of praat. De bof kan ook worden overgedragen via de handen en kleding, speelgoed, handdoeken, bestek, bekers en andere gebruiksvoorwerpen. Iemand met de bof wordt enkele dagen voordat hij een dikke wang krijgt besmettelijk. Het besmettingsgevaar blijft tot 9 dagen na het ontstaan van de dikke wang.

Hoe vaak komt het voor?

Vroeger kregen elk jaar 300 tot 800 kinderen en volwassenen hersenvliesontsteking door de bof. Daarom is de bof-vaccinatie in 1987 opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. Deze vaccinatie geeft bij meer dan 90% van de mensen bescherming. Nu komt de infectieziekte bijna niet meer voor. In de Atlas Infectieziekten zie je het aantal ziektemeldingen van de bof in Nederland in de verschillende jaren.

Welke vaccinatie beschermt tegen de bof?

De BMR-vaccinatie beschermt tegen bof, mazelen en rodehond.

Vragen?

Wij helpen je graag verder

Bekijk alle veelgestelde vragen
Hoe werkt het BMR-vaccin?

Het werkzame deel in het vaccin in de BMR-vaccinatie bestaat uit zwak gemaakte bof-, mazelen- en rodehondvirussen. Van deze verzwakte virussen krijg je geen ziekten, maar bouw je afweer tegen de ziekte op. De zwak gemaakte virussen vermenigvuldigen zich in het lichaam en zetten het afweersysteem aan het werk. Zodra je in aanraking komt met mazelen-, rodehond- of bofvirussen herkent je lichaam ze en vernietigt je afweersysteem de virussen zodat je niet ziek wordt.

Welke bijwerkingen kun je krijgen van de vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma?

Kijk op de pagina van de vaccinatie voor de bijwerkingen:

In mijn omgeving zijn kinderen die niet gevaccineerd zijn. Loopt mijn kind nu risico op een ziekte?

Een kind loopt altijd (enig) risico op een ziekte, maar dat risico verkleint als je kind er zelf tegen is ingeënt. Daarnaast is voor de meeste ziekten waartegen wij vaccineren de groepsimmuniteit op veel plekken hoog genoeg. Wel zien we helaas dat dit op steeds meer plekken niet meer het geval is (de laatste jaren zien we dat de vaccinatiegraad van het Rijksvaccinatieprogramma is afgenomen), wat de kans vergroot dat je kind met deze ziektes wordt besmet.

Ben je vatbaarder voor infecties als je de DTP-, BMR-, HPV en/of MenACWY-vaccinatie hebt gekregen?

Nee, de vaccinaties hebben geen invloed op de vatbaarheid voor infecties.

Bekijk alle veelgestelde vragen