Ga naar de hoofdinhoud

Meningokokkenziekte

Het Rijksvaccinatieprogramma beschermt tegen verschillende infectieziekten. De meningokokkenziekte is daar één van. Krijgt je kind meningokokken ondanks een vaccinatie? Dan zijn het meestal mildere klachten. De ziekte is dan minder erg dan zonder vaccinatie.

Content

Op deze pagina lees je alles over de meningokokkenziekten typen A, C, W en Y. 

  • Wat de meningokokkenziekte is. 

  • Hoe je besmet raakt. 

  • Hoe vaak meningokokken voorkomt. 

  • Hoe je besmetting voorkomt. 

Welke klachten krijgt je van de meningokokkenziekte? 

Niet iedereen wordt ziek van meningokokken. Maar je kunt wel anderen besmetten. 

De eerste klachten zijn vaak:  

  • verkoudheid; 

  • ziek of hangerig gevoel; 

  • hoge koorts. 

De meningokokkenziekte kan leiden tot: 

  • hersenvliesontsteking; 

  • bloedvergiftiging. 

Kinderen kunnen zelfs overlijden aan deze ziekte. Ze kunnen ook blijvende problemen krijgen, zoals: 

  • lichamelijke problemen; 

  • doofheid; 

  • leer- en gedragsproblemen. 

Hoe raak je besmet met de meningokokkenziekte? 

De bacterie zit in je neus of keel. Veel mensen weten niet dat ze besmet zijn, want worden niet ziek. 

Je kan besmet raken door: 

  • hoesten; 

  • niezen; 

  • uitademing; 

  • direct contact, zoals zoenen; 

  • kleine druppeltjes met de bacterie in de lucht die je inademt. 

Jongeren vanaf 14 jaar hebben meer kans op besmetting. Ze verspreiden de bacterie gemakkelijk door: 

  • veel sociale contacten op school, sportclubs en feestjes; 

  • ze bevinden zich vaak in kleine ruimten; 

  • ze zoenen regelmatig. 

Hoe vaak komt de meningokokkenziekte voor? 

Lange tijd waren er 500 tot 600 besmettingen per jaar. In 2001 waren er 700 gevallen, vooral door het C-type bacterie. Enkele patiënten, waaronder tieners, stierven. Vanaf dat jaar krijgen baby's van 14 maanden een vaccinatie tegen het C-type bacterie. Het aantal ziektegevallen is toen sterk afgenomen. Sinds 2015 zien we meer besmettingen door het W-type bacterie. Vanaf 2018 krijgen kinderen daarom een gecombineerd vaccin tegen de types A, C, W en Y. Dit gebeurt op 14 maanden en 14 jaar. 

Welke vaccinatie beschermt tegen de meningokokkenziekte? 

De MenACWY-vaccinatie beschermt tegen de meningokokkenbacteriën uit de groepen A, C, W en Y. 

RIVM-video: Wat is meningokokkenziekte?

Kind die naar zijn bovenarm kijkt

Webinar: Informatie over vaccinaties voor kinderen

Het kan lastig zijn om te beslissen of je jouw kind wil laten vaccineren. In dit webinar krijg je uitgebreide én betrouwbare informatie over de vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma. Daarnaast geven we informatie over de ziekten waar de vaccins tegen beschermen. Er is ook ruimte om twijfels over vaccineren te bespreken. Dit webinar is gratis te volgen.

AanmeldenTerugkijken: on demand

Vragen?

Wij helpen je graag verder

Bekijk alle veelgestelde vragen
Wie kan meningokokkenziekte krijgen?

Iedereen kan meningokokkenziekte krijgen. Het komt het meest voor bij jonge kinderen en bij tieners. Er zijn verschillende typen meningokokken. Iemand kan dus vaker meningokokkenziekte krijgen.

Wat kun je doen om meningokokkenziekte te voorkomen?

Het meningokoktype W komt het meest voor in Nederland. Wij geven baby’s, via het Rijksvaccinatieprogramma, een vaccinatie tegen meningokokkenziekte typen A, C, W en Y als ze 14 maanden oud zijn. Ook wordt hij aangeboden aan jongeren in het jaar dat ze 14 jaar worden.

Heeft iemand meningokokkenziekte? Dan is het soms nodig om medicijnen te geven aan andere mensen om de ziekte te voorkomen. Bijvoorbeeld in het gezin. De GGD bekijkt samen met de arts of dit nodig is.

Bij hoesten of niezen:

  • Gebruik een papieren zakdoek. Heb je geen papieren zakdoek bij de hand? Hoest dan in de plooi van je elleboog.
  • Gebruik een zakdoek maar één keer.
  • Gooi de zakdoek na gebruik weg.
  • Was hierna je handen.

Het is niet nodig om bij iedereen die hoest of niest uit de buurt te blijven. Houd pasgeboren baby’s wel uit de buurt van hoestende en niezende mensen.

Is meningokokkenziekte te behandelen?

Door snelle behandeling worden de meeste mensen weer beter. Als iemand erg ziek is, is opname in het ziekenhuis nodig. Soms blijven er nog klachten bestaan, bijvoorbeeld doofheid, scheel kijken of moeite met leren. Soms overlijdt er iemand aan meningokokkenziekte.

Kan iemand met meningokokkenziekte naar een kindercentrum, school of werk?

Iemand met meningokokkenziekte is te ziek om naar kindercentrum, school of werk te gaan.

Heeft jouw kind meningokokkenziekte? Vertel het dan aan de pedagogisch medewerker of de leerkracht. Zij kunnen in overleg met de GGD andere ouders informeren. Ouders kunnen dan letten op de klachten van meningokokkenziekte bij hun kind. Soms zijn extra maatregelen op een kindercentrum of school nodig.

Hebben jij of jouw kind contact gehad met iemand met meningokokkenziekte? Jullie kunnen dan gewoon naar een kindercentrum, school of werk. Thuisblijven helpt niet om de ziekte te voorkomen. Er zijn altijd en overal mensen die de bacterie bij zich dragen. Het gebeurt bijna nooit dat 2 mensen in een gezin of groep meningokokkenziekte krijgen.

Bekijk alle veelgestelde vragen